Theo's openingswoorden voor onze Vitus reünie

15 october 2005

Oldeberkoop

40 Jaren onwetendheid!

Jongens en meisjes,

40 Jaren lang heb ik het niet geweten. 40 jaren lang hebben jullie mij in het ongewisse gelaten. 40 Jaren lang behoorde ik tot de onnozelen. Op zich is dat niet zo erg want voor hen die niet weten, de onnozelen van geest, is er plaats in de hemel.

Maar sinds ik jullie uitnodiging kreeg voor deze reünie, heb ik een probleem. Allerlei vragen spookten door mijn hoofd. Zit er soms een addertje onder het gras? Willen ze mij in een compromitterende situatie brengen, en dat nog wel op mijn trouwdag? Ik hoorde onlangs namelijk dat op boerderijen in Noord-Nederland honderden meisjes uit Oost-Europa en Zuid-Amerika werkzaam zijn; maar ik heb bij Google geen hit gekregen naar de Bovenweg in Oldeberkoop.

Gelukkig maar, want Marga, mijn vrouw, zit hier in de buurt, in hotel Lunia, samen met mevrouw Volman. Door mijn opleiding biologie weet ik dat je voor het aanpakken van een probleem moet beginnen met een duidelijke vraag. De vraag is: waarom ik wel, en hij niet? En in het verlengde van deze vraag een tweede vraag: waarom pas in 2005 een uitnodiging en waarom niet in 1990? Wilden jullie eerst op Sara en Abraham wachten?

Ik heb lang nagedacht waar ik de antwoorden op deze vragen zou kunnen vinden. Ik heb in mijn persoonlijk archief zoals puntenboekjes gekeken, maar dat levert alleen maar vermoedens van een antwoord. Daarom maar terug naar de Willemslaan. Maar wie nog recent in Bussum is geweest, heeft kunnen zien dat op de plek van villa en vijver, koetshuis en barakken, appartementen zijn geplaatst. Van het verleden is daar niets over. In mijn eigen archief vind ik enkele foto's, waarop jullie het schoolmeubilair naar de Kom van Biegel sjouwen. Die tocht opgevrolijkt met draaiorgelklanken betekende tevens het afscheid van de Beul die in de villa de scepter zwaaide.

Tussen Kom van Biegel en Zandzee hebben jullie de laatste schooljaren versleten en hebben jullie eindexamen gedaan. Dat examenjaar zal ik nooit vergeten want bij de rondgang van docenten door het Gooi, kwam ik ook terecht bij de familie Van Hengstum alwaar een tante van Lex vroeg of ik ook geslaagd was.

Wanneer je volgend jaar op 20 mei deelneemt aan de reünie ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Sint-Vituscollege, zul je bij het benaderen van het schoolgebouw vanaf de Beerensteinerlaan misschien zeggen dat er niet veel veranderd is. Dat lijkt maar zo. Achter de gymzalen is nieuwbouw gepleegd die op donderdag 6 oktober officieel geopend is. Het ziet er prachtig uit vind ik.

Ik had het net over jullie laatste schooljaren, maar er komen ook laatste levensjaren. Zoals jullie weten vindt Den Haag dat scholen voor- en naschoolse opvang moeten aanbieden, dit om het gesjouw met jonge kinderen te voorkomen. Ik heb er nog geen aanwijzingen voor uit Den Haag, maar het zou mij niet verbazen dat in achterkamertjes of in het Torentje al gewerkt wordt aan een plan voor 24-uurs opvang. Je kunt zo wat doen aan de groeiende stroom oud-leerlingenen en oud-docenten die je in hun vroegere school een mooie oude dag kunt bieden. Je zou de leerlingen en de docenten uit de beginjaren voorrang kunnen verlenen. Overdag kun je ze inzetten als klasseassistent, of als surveillant in de pauze. Jullie van net na de oorlog en ik van net daarvoor, wij allen dus, hebben het toch al zo goed en zo gaat er eindelijk ook solidariteit in de andere richting!

Ik moet er niet aan denken, zeker niet wanneer de tot nu toe niet bij naam genoemde 'hij' ook nog locatiedirecteur wordt! Rest tenslotte nog één vraag. Waarom sta ik hier en niet een van de twee H's? Ik hoop niet dat ik weer veertig jaar op dat antwoord moet wachten.

Ik dank jullie voor jullie aandacht.

 

Er wás aandacht!

 

 

Nog wat bijpraten met fantastisch weer

 

 

 

Vervolgd op deel II